Dutch-German translation for "was"

"was" German translation

was
[vɑs]mannelijk | Maskulinum, männlich mof | oder odonzijdig | Neutrum, sächlich n

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • Wachsonzijdig | Neutrum, sächlich n
    was
    was
examples
was
zelfstandig naamwoord | Substantiv subst

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • Wäschevrouwelijk | Femininum, weiblich f
    was
    was
examples
  • de vuile was doen ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    schmutzige Wäsche waschenook | auch a. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    de vuile was doen ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
  • in de was doen
    in die Wäsche geben
    in de was doen
  • de vuile was buitenhangen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    öffentlich schmutzige Wäsche waschen
    de vuile was buitenhangen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
was
onvoltooid verleden tijd | Imperfekt impf

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • was → see „zijn
    was → see „zijn
het was om (van) te huilen
es war zum Weinen
het was om (van) te huilen
er was eens
es war einmal
er was eens
daar was niet veel kans op
die Chancenmeervoud | Plural pl dazu waren gering
daar was niet veel kans op
dat was een (echte) aanfluiting!
das war der reinste (of | oderod blanke) Hohn!
dat was een (echte) aanfluiting!
hij was niet te beroerd om mij te helpen
er war so gut, mir zu helfen
hij was niet te beroerd om mij te helpen
het was best leuk
es war ganz schön (of | oderod nett)
het was best leuk
er was geen speld tussen te krijgen
es stimmte haargenau
er was geen speld tussen te krijgen
dat was niet (erg) netjes
das war nicht (gerade) die feine Art
dat was niet (erg) netjes
het was hem met de paplepel ingegeven
er hat es mit der Muttermilch eingesogen
het was hem met de paplepel ingegeven
het was er niet (om) te houden
es war nicht zum Aushalten
het was er niet (om) te houden
er was brood te kort
es gab zu wenig Brot, es fehlte an Brot
er was brood te kort
het was best koud
es war schon (of | oderod recht) kalt
het was best koud
daar was niets van aan
es war kein Wort davon wahr
daar was niets van aan
er was geen ontsnappen aan
es gab kein Entkommen
er was geen ontsnappen aan
hij was (nog maar) goed en wel binnen toen
kaum war er drinnen, da …
hij was (nog maar) goed en wel binnen toen
nauwelijks was ik thuis, of
kaum war ich zu Hause, da …
nauwelijks was ik thuis, of
er was geen speld tussen te krijgen
daran war nicht zu rütteln figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
er was geen speld tussen te krijgen
de spanning was te snijden
es herrschte eine (zum Zerreißen) gespannte Atmosphäre
de spanning was te snijden
het was buigen of barsten
es ging auf Biegen oder Brechen
het was buigen of barsten

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Do you have any feedback regarding our online dictionaries?

Is a translation missing, have you noticed a mistake, or do you just want to leave some positive feedback? Please fill out the feedback form. Giving an email address is optional and, under our privacy policy, used only to handle your enquiry.

Please confirm you are human by ticking the checkbox.*

*Mandatory field

Please fill in the fields marked *.

Thank you for your feedback!

Visit us at: