Dutch-German translation for "thuis"

"thuis" German translation

thuis
[tœys]bijwoord | Adverb adv

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • zu Hause, (da)heim
    thuis
    thuis
  • nach Hause
    thuis
    thuis
  • heimisch
    thuis
    thuis
examples
  • (goed) thuis in
    bewandert in (datief, 3e naamval | Dativdat)
    (goed) thuis in
  • thuis raken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    sich zurechtfinden figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    thuis raken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
  • zich ergens thuis voelen
    sich irgendwo heimisch fühlen
    zich ergens thuis voelen
  • hide examplesshow examples
thuis
[tœys]onzijdig | Neutrum, sächlich n

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • Zuhauseonzijdig | Neutrum, sächlich n
    thuis
    Heimonzijdig | Neutrum, sächlich n
    thuis
    thuis
thuis (of | oderod aan huis) bezorgen
thuis (of | oderod aan huis) bezorgen
van alle markten thuis zijn
mit allen Wassern gewaschen sein figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
van alle markten thuis zijn
hou je handenmeervoud | Plural pl thuis!
Hände weg!
hou je handenmeervoud | Plural pl thuis!
handenmeervoud | Plural pl thuis!
Händemeervoud | Plural pl weg!
handenmeervoud | Plural pl thuis!
franco thuis
franco thuis
nauwelijks was ik thuis, of
kaum war ich zu Hause, da …
nauwelijks was ik thuis, of

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Do you have any feedback regarding our online dictionaries?

Is a translation missing, have you noticed a mistake, or do you just want to leave some positive feedback? Please fill out the feedback form. Giving an email address is optional and, under our privacy policy, used only to handle your enquiry.

Please confirm you are human by ticking the checkbox.*

*Mandatory field

Please fill in the fields marked *.

Thank you for your feedback!

Visit us at: