Dutch-German translation for "of"
"of" German translation
een (dag/uur/…) of (twee)
etwa (zwei Tage/Stunden/…)
een (dag/uur/…) of (twee)
de een of ander(e)
irgendeine(r), irgendwer, irgendjemand
de een of ander(e)
goedschiks of kwaadschiks
goedschiks of kwaadschiks
om één (uur) of daaromtrent
so um ein Uhr
om één (uur) of daaromtrent
al of (
dan) niet met … mit … oder (aber) nicht
al of ( dan) niet met …