lucht

"lucht" German translation

„lucht“: zelfstandig naamwoord

[lɵxt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst

(For more details, click/tap on the translation)

examples

warme lucht

Warmluftvrouwelijk | Femininum, weiblich f

warme lucht
in de lucht hangen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

in der Schwebe sein figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

in de lucht hangen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
in de lucht jagen (of | oderod laten vliegen)

ook | aucha. sprengen

in de lucht jagen (of | oderod laten vliegen)
iets zit in de lucht

iets | etwasetwas liegt in der Luft

iets zit in de lucht
uit de lucht gegrepen

aus der Luft gegriffen

uit de lucht gegrepen
verandering van lucht

Luftveränderungvrouwelijk | Femininum, weiblich f

verandering van lucht
lucht krijgen van

Wind bekommen von (datief, 3e naamval | Dativdat)

lucht krijgen van

hide examplesshow examples

muf(fig)e lucht

muffiger Geruchmannelijk | Maskulinum, männlich m

Miefmannelijk | Maskulinum, männlich m

muf(fig)e lucht

koude lucht

ook | aucha. Kaltluftvrouwelijk | Femininum, weiblich f

koude lucht

als een bom uit de lucht (of | oderod hemel) komen vallen

als een bom uit de lucht (of | oderod hemel) komen vallen

geen vuiltje aan de lucht

kein Wölkchenonzijdig | Neutrum, sächlich n am Himmel figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

geen vuiltje aan de lucht

vieze lucht

übler Geruchmannelijk | Maskulinum, männlich m

Miefmannelijk | Maskulinum, männlich m

vieze lucht

geen vuiltje aan de lucht

geen vuiltje aan de lucht

een slag in de lucht

ein Schlag ins Wasser figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

een slag in de lucht

polaire lucht

Polarluftvrouwelijk | Femininum, weiblich f

polaire lucht

verse lucht

ook | aucha. Frischluftvrouwelijk | Femininum, weiblich f

verse lucht