vom

"vom" Dutch translation

„vom“

(= von dem)

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

de dato

de dato
vom bei Datum

vom bei Datum
vom → see „von“

vom → see „von“

Context sentences for "vom"

vom Preis her

qua prijs

vom Preis her

Mann vom Fach

man van ’t vak

Mann vom Fach

wie vom Erdboden verschluckt

als van de aardbodem verdwenen

wie vom Erdboden verschluckt

vom Kurs abkommen

uit de koers raken

vom Kurs abkommen

10 vom Hundert (v.H.)

tien procent

10 vom Hundert (v.H.)

vom Weg abkommen

van de weg afraken

vom Weg abkommen

vom Sehen kennen

van gezicht kennen

vom Sehen kennen

das Beste vom Besten

het neusje van de zalm

das Beste vom Besten

vom Hörensagen

van horen zeggen

vom Hörensagen

vom Grill

van de grill, van ’t spit

vom Grill

sichetwas | iets etwas vom Munde absparen

iets uit zijn mond sparen

sichetwas | iets etwas vom Munde absparen

sich die Butter vom Brot nehmen lassen

zich de kaas van het brood laten eten

sich die Butter vom Brot nehmen lassen

vom Leder ziehen

van leer trekken

vom Leder ziehen

dann bist du weg vom Fenster!

dan ben je nergens meer! umgangssprachlich | omgangstaalumg

dann bist du weg vom Fenster!

etwas | ietsetwas vom Preis abhandeln

iets op de prijs afdingen

etwas | ietsetwas vom Preis abhandeln

vom Hundertsten ins Tausendste kommen

van de hak op de tak springen

vom Hundertsten ins Tausendste kommen

nicht vom Fleck kommen

niet opschieten figurativ, in übertragenem Sinn | figuurlijkfig

nicht vom Fleck kommen

bleib mir (nur) damit vom Leib(e)!

blijf me daarmee van het lijf!

bleib mir (nur) damit vom Leib(e)!

sichetwas | iets etwas vom Halse schaffen

zich van iets afmaken

sichetwas | iets etwas vom Halse schaffen

das Blaue vom Himmel herunterlügen

er maar op los liegen

das Blaue vom Himmel herunterlügen

German-Dutch translation for "vom"

"vom" Dutch translation

„vom“

vom

Overview of all translations

Context sentences for "vom"