prijs

"prijs" German translation

„prijs“: zelfstandig naamwoord

[prɛĭs]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <prijzen>

(For more details, click/tap on the translation)

examples

speciale prijs

Sonderpreismannelijk | Maskulinum, männlich m

speciale prijs
totale prijs

Gesamtpreismannelijk | Maskulinum, männlich m

Pauschalpreismannelijk | Maskulinum, männlich m

totale prijs
vaste prijs

Festpreismannelijk | Maskulinum, männlich m

vaste prijs
in (of | oderod qua) prijs

im Preis, preislich

in (of | oderod qua) prijs
in de prijzen vallen

einen Preis gewinnen

in de prijzen vallen
in de prijzen vallen omgangstaal | umgangssprachlichumg

auchiets | etwas etwas abbekommen omgangstaal | umgangssprachlichumg

in de prijzen vallen omgangstaal | umgangssprachlichumg
in de prijzen vallen

Schwein haben

in de prijzen vallen
op prijs stellen op

schätzen, Wert legen auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)

op prijs stellen op
tegen kostende prijs

zum Selbstkostenpreis

tegen kostende prijs
tot elke prijs

um jeden Preis

tot elke prijs
voor (of | oderod tegen) de prijs van

zum Preis von (datief, 3e naamval | Dativdat)

voor (of | oderod tegen) de prijs van

hide examplesshow examples

speciale prijs

Vorzugspreismannelijk | Maskulinum, männlich m

Sonderpreismannelijk | Maskulinum, männlich m

speciale prijs

prijs bij contante betaling

Barzahlungspreismannelijk | Maskulinum, männlich m

prijs bij contante betaling

qua prijs

qua prijs

prijs in de loterij

Lotteriegewinnmannelijk | Maskulinum, männlich m

prijs in de loterij

bij de prijs inbegrepen

bij de prijs inbegrepen

voor de helft van de prijs

zum halben Preis

voor de helft van de prijs