kennen

"kennen" German translation

„kennen“: werkwoord

werkwoord | Verb v

(For more details, click/tap on the translation)

examples

Duits (Engels) kennen

Deutsch (Englisch) können

Duits (Engels) kennen
leren kennen

kennenlernen

leren kennen
te kennen geven

zu erkennen geben

te kennen geven
te kennen geven

abgeben Urteil

te kennen geven
hem kennende

wie ich ihn kenne

hem kennende
zich doen (of | oderod laten) kennen als …

sich als … erweisen

zich doen (of | oderod laten) kennen als …
iemand in iets kennen

jemanden zu (of | oderod in) einer Sache fragen, sich mit jemandem über eine Sache verständigen

iemand in iets kennen

hide examplesshow examples

geen a voor een b kennen

nicht einmal das Abc kennen

geen a voor een b kennen

iemand van binnen en van buiten kennen

jemanden in- und auswendig kennen

iemand van binnen en van buiten kennen

in de nood leert men zijn vrienden kennen

in der Not erkennt man den Freund

in de nood leert men zijn vrienden kennen

het klappen van de zweep kennen

Bescheid wissen, seine Sache verstehen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

het klappen van de zweep kennen

de weg kennen

den Weg kennen, sich auskennen

de weg kennen

van gezicht kennen

vom Sehen kennen

van gezicht kennen