Dutch-German translation for "weer"

"weer" German translation

weer
onzijdig | Neutrum, sächlich n

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • Wetteronzijdig | Neutrum, sächlich n
    weer
    Witterungvrouwelijk | Femininum, weiblich f
    weer
    weer
examples
  • weer
    egal was für Wetter (es geben wird)
    weer
  • mooi weer spelen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    schöntun figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    mooi weer spelen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
  • mooi weer spelen met figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    sich großtun mit (datief, 3e naamval | Dativdat) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
    mooi weer spelen met figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
  • hide examplesshow examples
weer
mannelijk | Maskulinum, männlich m

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • Widdermannelijk | Maskulinum, männlich m
    weer
    Hammelmannelijk | Maskulinum, männlich m weren
    weer
    weer
weer
zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <weren>

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • Schwielevrouwelijk | Femininum, weiblich f
    weer
    weer
weer
zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <weren>

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • Wehrvrouwelijk | Femininum, weiblich f
    weer
    weer
examples
wat voor (een) weer
was für ein Wetter
wat voor (een) weer
weg en weer
hin und zurück
hin und her
weg en weer
gemeen weeronzijdig | Neutrum, sächlich n
scheußliches Wetteronzijdig | Neutrum, sächlich n
gemeen weeronzijdig | Neutrum, sächlich n
nu eensdan weer
baldbald
nu eensdan weer
het is weer aan tussen hen
sie sind wieder Freunde
het is weer aan tussen hen
vast weeronzijdig | Neutrum, sächlich n
beständiges Wetteronzijdig | Neutrum, sächlich n
vast weeronzijdig | Neutrum, sächlich n
weer hoop krijgen (of | oderod opvatten)
weer hoop krijgen (of | oderod opvatten)
er weer bovenop komen
sich erholen
sich (erneut) emporarbeiten
er weer bovenop komen
weer bij zijn positieven komen
wieder zu sich kommen
weer bij zijn positieven komen
ben je weer bezig?
bist du wieder zugange?
ben je weer bezig?
mal wieder in die Vollen gehen omgangstaal | umgangssprachlichumg
hij is weer bij
er ist wieder bei Bewusstsein
hij is weer bij
heen en weer
hin und her
heen en weer
over en weer
hin und her
over en weer
waar zou hij nu weer uithangen?
wo steckt er bloß?
waar zou hij nu weer uithangen?
wat voert hij nu weer uit?
was macht er bloß?
was stellt er jetzt wieder an?
wat voert hij nu weer uit?
naar weeronzijdig | Neutrum, sächlich n
scheußliches Wetteronzijdig | Neutrum, sächlich n
naar weeronzijdig | Neutrum, sächlich n

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Do you have any feedback regarding our online dictionaries?

Is a translation missing, have you noticed a mistake, or do you just want to leave some positive feedback? Please fill out the feedback form. Giving an email address is optional and, under our privacy policy, used only to handle your enquiry.

Please confirm you are human by ticking the checkbox.*

*Mandatory field

Please fill in the fields marked *.

Thank you for your feedback!

Visit us at: