Dutch-German translation for "haar"

"haar" German translation

„haar“: voornaamwoord

haar

voornaamwoord | Pronomen pron

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

sie
haar

haar
ihr
haar

haar

„haar“: onzijdig

haar

onzijdig | Neutrum, sächlich n

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

Haaronzijdig | Neutrum, sächlich n haren
haar

haar

examples

het scheelde maar een haar of …

um ein Haar wäre (of | oderod hätte) …

het scheelde maar een haar of …
er met de haren bij slepen

an den Haaren herbeiziehen

er met de haren bij slepen
alles op haren en snaren zetten

alles dransetzen

alles op haren en snaren zetten

Context sentences for "haar"

ihrer Meinung nach

volgens haar

wat gaat er in (of | oderod bij) haar om?

was geht in ihr vor?, was bewegt sie?

wat gaat er in (of | oderod bij) haar om?

met de handen in het haar zitten

weder aus noch ein wissen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

met de handen in het haar zitten

dik haaronzijdig | Neutrum, sächlich n

dichtes Haaronzijdig | Neutrum, sächlich n

dik haaronzijdig | Neutrum, sächlich n

strähniges Haar

futloos haar

met huid en haar

mit Haut und Haar(en)

met huid en haar

je moet de groetenmeervoud | Plural pl van haar

sie lässt (dich) grüßen

je moet de groetenmeervoud | Plural pl van haar

bos haar

Büschel Haare

Haarschopfmannelijk | Maskulinum, männlich m

bos haar

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Thank you for your feedback!