schoen
[sxuˑn]zelfstandig naamwoord | Substantiv substOverview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
- Schuhmannelijk | Maskulinum, männlich mschoenschoen
examples
- hoge schoenSchnürstiefelmannelijk | Maskulinum, männlich m
- lage schoenHalbschuhmannelijk | Maskulinum, männlich m
- zijn stoute schoenenmeervoud | Plural pl aantrekken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
hide examplesshow examples