„zinken“: werkwoord zinkenwerkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) sinken sinken zinken zinken examples doen (of | oderod laten) zinken sinken lassen versenken doen (of | oderod laten) zinken tot zinken brengen versenken tot zinken brengen
„zinken“: bijvoeglijk naamwoord zinkenbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Zink-, zinken Zink-, zinken zinken zinken examples zinken dakonzijdig | Neutrum, sächlich n Zinkdachonzijdig | Neutrum, sächlich n zinken dakonzijdig | Neutrum, sächlich n