„sterben“ sterben <Hilfsverb sein | hulpwerkwoord seins.> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) sterven, overlijden, doodgaan sterven, overlijden, doodgaan sterben sterben examples sterben vor (Dativ | datief, 3e naamvaldat) figurativ, in übertragenem Sinn | figuurlijkfig sterven (oder | ofod vergaan) van figurativ, in übertragenem Sinn | figuurlijkfig sterben vor (Dativ | datief, 3e naamvaldat) figurativ, in übertragenem Sinn | figuurlijkfig
„Sterben“: Neutrum, sächlich SterbenNeutrum, sächlich | onzijdig n <-s; keine Pluralform> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) sterfte, sterven, dood (het) sterven, dood Sterben Sterben sterfte Sterben massenweisebesonders | vooral besonders Sterben massenweisebesonders | vooral besonders examples im Sterben liegen op sterven liggen im Sterben liegen