voelen

"voelen" German translation

„voelen“: werkwoord

werkwoord | Verb v

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

fühlen, spüren, empfinden

fühlen
voelen

voelen
(ver)spüren, empfinden
voelen

voelen

examples

veel voelen voor

mögen

große Lust haben auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)

veel voelen voor
ik voel er niet veel voor

das sagt mir nicht zu

ik voel er niet veel voor

Context sentences for "voelen"

zich niet (erg) fit voelen

ook | aucha. sich nicht ganz auf der Höhe fühlen

zich niet (erg) fit voelen

zich op zijn gemak voelen

sich wohlfühlen

zich op zijn gemak voelen

zich ergens eigen voelen

sich irgendwo heimisch fühlen

zich ergens eigen voelen

zich ergens thuis voelen

sich irgendwo heimisch fühlen

zich ergens thuis voelen

zich geroepen voelen

sich berufen fühlen

zich geroepen voelen

zich prettig voelen

sich wohlfühlen

zich prettig voelen

nattigheid voelen

Unrat wittern omgangstaal | umgangssprachlichumg

nattigheid voelen

(een) roeping voelen (of | oderod hebben) (voor)

sich berufen fühlen (zudatief, 3e naamval | Dativ dat)

(een) roeping voelen (of | oderod hebben) (voor)

zich een vreemde eend in de bijt voelen

sich als Fremdkörper fühlen

zich een vreemde eend in de bijt voelen

zich bezwaard over iets voelen

sich wegen einer Sache Vorwürfe machen

zich bezwaard over iets voelen

je ongemakkelijk voelen

sich nicht wohl fühlen