vertrouwen
intransitief/onovergankelijk werkwoord | intransitives Verb v/i <vertrouwen>Overview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
examples
- vertrouwen opvertrauen ( sich verlassen) auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
vertrouwen
onzijdig | Neutrum, sächlich nOverview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
- Vertrauenonzijdig | Neutrum, sächlich nvertrouwenZutrauenonzijdig | Neutrum, sächlich nvertrouwenZuversichtvrouwelijk | Femininum, weiblich fvertrouwenvertrouwen
examples
- vol vertrouwen
- misbruikonzijdig | Neutrum, sächlich n ( schending) van vertrouwenVertrauensbruchmannelijk | Maskulinum, männlich m
- zaak van vertrouwenVertrauenssachevrouwelijk | Femininum, weiblich f
hide examplesshow examples