Dutch-German translation for "tegen"

"tegen" German translation

tegen
[ˈteːɣ̊ə(n)]voorzetsel | Präposition, Verhältniswort präp

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

  • gegen (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
    tegen
    wider (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
    tegen
    tegen
  • zu (datief, 3e naamval | Dativdat)
    tegen
    tegen
  • entgegen (datief, 3e naamval | Dativdat)
    tegen
    zuwider (datief, 3e naamval | Dativdat)
    tegen
    tegen
examples
Einspruchmannelijk | Maskulinum, männlich m erheben gegen (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
bezwaar maken tegen
ook | aucha. sich verwahren gegen (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
protesteren tegen
tegen iemand liegen
jemanden an-, belügen
tegen iemand liegen
indruisen tegen
zuwiderlaufen (datief, 3e naamval | Dativdat)
widerstreben (datief, 3e naamval | Dativdat)
indruisen tegen
zich afzetten tegen
sich distanzieren, sich wehren
zich afzetten tegen
zulächeln (datief, 3e naamval | Dativdat)
glimlachen tegen
oplopen tegen
anlaufen (of | oderod prallen, stoßen) gegen (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
oplopen tegen
leunen tegen
sich (an)lehnen an (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
leunen tegen
tegen de muur zetten
an die Wand stellen
tegen de muur zetten
opkomen tegen
protestieren (of | oderod Einspruchmannelijk | Maskulinum, männlich m erheben) gegen (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
sich verwahren gegen (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
opkomen tegen
afsteken tegen
sich abheben von (datief, 3e naamval | Dativdat)
kontrastieren mit (datief, 3e naamval | Dativdat)
afsteken tegen
opwegen tegen
tegen iemand aanlopen
auf jemanden stoßen, jemanden treffen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
tegen iemand aanlopen
(zitten) aanhikken tegen
mit Bangen entgegensehen (datief, 3e naamval | Dativdat)
sich scheuen vor (datief, 3e naamval | Dativdat)
seine Schwierigkeitenvrouwelijk meervoud | Femininum Plural fpl haben mit (datief, 3e naamval | Dativdat)
zu schaffen machen (datief, 3e naamval | Dativdat)
(zitten) aanhikken tegen
anrennen gegen (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
stormlopen tegen
tegen 6% rente
zu 6% Zinsen
tegen 6% rente
tegen concurrerende prijzen
zu konkurrenzfähigen Preisen
tegen concurrerende prijzen

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Do you have any feedback regarding our online dictionaries?

Is a translation missing, have you noticed a mistake, or do you just want to leave some positive feedback? Please fill out the feedback form. Giving an email address is optional and, under our privacy policy, used only to handle your enquiry.

Please confirm you are human by ticking the checkbox.*

*Mandatory field

Please fill in the fields marked *.

Thank you for your feedback!

Visit us at: