„kijken“: werkwoord kijkenwerkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) gucken, sehen, blicken, schauen gucken, sehen, blicken, schauen kijken kijken examples kijken naar ook | aucha. zusehen (datief, 3e naamval | Dativdat) kijken naar naar buiten kijken ook | aucha. hinausblicken naar buiten kijken niet zo nauw kijken es nicht so genau nehmen niet zo nauw kijken daar sta ik van te kijken das wundert mich daar sta ik van te kijken hide examplesshow examples