Dutch-German translation for "brand"

"brand" German translation

„brand“: zelfstandig naamwoord

brand

zelfstandig naamwoord | Substantiv subst

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

Brand, Hitze, Feuer, Glut

Brandmannelijk | Maskulinum, männlich m
brand

Feueronzijdig | Neutrum, sächlich n
brand

brand
Hitzevrouwelijk | Femininum, weiblich f
brand

Glutvrouwelijk | Femininum, weiblich f
brand

brand

examples

(er is) brand!

es brennt!

(er is) brand!
uitslaande brand

Großbrandmannelijk | Maskulinum, männlich m

uitslaande brand
in brand staan

ook | aucha. in Flammen stehen

in brand staan
in brand steken

ook | aucha. anzünden, anstecken

in brand steken
in brand vliegen

in Brand geraten

in brand vliegen
iemand uit de brand helpen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

jemandem aus der Klemme helfen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

iemand uit de brand helpen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
uit de brand zijn figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

gerettet sein figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

uit de brand zijn figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

hide examplesshow examples

Context sentences for "brand"

moord en brand schreeuwen

Zeter und Mordio schreien

moord en brand schreeuwen

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Thank you for your feedback!