„trek“: zelfstandig naamwoord trekzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-ken> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Zug, Neigung, Appetit Zugmannelijk | Maskulinum, männlich m trek trek Neigungvrouwelijk | Femininum, weiblich f trek trek Appetitmannelijk | Maskulinum, männlich m trek trek examples trek hebben in Appetit haben auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) trek hebben in aan zijn trekken komen zum Zuge kommen, auf seine Kosten kommen aan zijn trekken komen in trek beliebt, gefragt, begehrt in trek in grote trekken in groben (of | oderod großen) Zügen in grote trekken hide examplesshow examples