„gelijk“ gelijk [-ˈlɛĭk] Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) gleich, wie gleich gelijk gelijk wie gelijk gelijk examples gelijk wat sonst was gelijk wat gelijk wie sonst wer gelijk wie het is mij gelijk es ist mir gleich (of | oderod egal) het is mij gelijk in gelijke delen zu gleichen Teilen in gelijke delen hide examplesshow examples
„gelijk“: onzijdig gelijkonzijdig | Neutrum, sächlich n Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) jemandem recht geben... examples (grootof | oder od het grootste) gelijk hebben (völlig) recht haben, im Recht sein (grootof | oder od het grootste) gelijk hebben iemand gelijk geven jemandem recht geben iemand gelijk geven gelijk krijgen recht bekommen (of | oderod behalten) gelijk krijgen