„verstoken“: transitives Verb verstokentransitives Verb v/t Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) verfeuern, verheizen verfeuern, verheizen verstoken <verstoken> verstoken <verstoken> „verstoken“: bijvoeglijk naamwoord verstokenbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) entblößt, beraubt entblößt, beraubt verstoken verstoken examples verstoken zijn van iets meestal | meistmeist ohne eine Sache sein,iets | etwas etwas entbehren müssen verstoken zijn van iets