school

"school" German translation

„school“: zelfstandig naamwoord

[sxoːl]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <scholen>

(For more details, click/tap on the translation)

examples

bijzondere school , vrije school Vlaams | flämischfläm

Konfessionsschulevrouwelijk | Femininum, weiblich f

bijzondere school , vrije school Vlaams | flämischfläm
lagere school

Volks-, Grundschulevrouwelijk | Femininum, weiblich f

lagere school
middelbare school

weiterführende Schule

middelbare school
openbare school

staatliche Schule

openbare school
school voor buitengewoon onderwijs

Sonderschulevrouwelijk | Femininum, weiblich f

school voor buitengewoon onderwijs
de school verzuimen

die Schule schwänzen

de school verzuimen
naar school gaan

in die (of | oderod zur) Schule gehen

naar school gaan
op school

in der Schule

op school
op school doen

auf eine Schule schicken

op school doen
op school zitten

zur Schule gehen

op school zitten
uit de school klappen

aus der Schule plaudern

uit de school klappen

hide examplesshow examples

onvoltooid verleden tijd | Imperfekt impf

(For more details, click/tap on the translation)

op school

in der Schule

op school

middelbare school

weiterführende Schule, Ober-, Mittelschulevrouwelijk | Femininum, weiblich f

middelbare school

confessionele school

Konfessionsschulevrouwelijk | Femininum, weiblich f

confessionele school

particuliere school

Privatschulevrouwelijk | Femininum, weiblich f

particuliere school