„hoed“: zelfstandig naamwoord hoed [huˑt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Hut Hutmannelijk | Maskulinum, männlich m hoed hoed examples hoge hoed Zylindermannelijk | Maskulinum, männlich m hoge hoed strooien hoed Strohhutmannelijk | Maskulinum, männlich m strooien hoed de hoed afnemen (voor) ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig den Hut ziehen (vordatief, 3e naamval | Dativ dat) de hoed afnemen (voor) ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig