„gevaar“: onzijdig gevaaronzijdig | Neutrum, sächlich n <-varen> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Gefahr Gefahrvrouwelijk | Femininum, weiblich f gevaar gevaar examples buiten gevaar außer Gefahr buiten gevaar in gevaar verkeren (of | oderod zijn) in Gefahr sein in gevaar verkeren (of | oderod zijn) op het gevaar af auf die Gefahr hin op het gevaar af