„erkranken“ erkranken <erkranken; Hilfsverb sein | hulpwerkwoord seins.> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) ziek worden ziek worden erkranken erkranken examples erkrankt sein an (Dativ | datief, 3e naamvaldat) lijden aan erkrankt sein an (Dativ | datief, 3e naamvaldat)