German-Dutch translation for "bescheiden"

"bescheiden" Dutch translation

„bescheiden“

bescheiden

<bescheiden>

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

ontbieden... zich tevredenstellen... het is mij niet gegund...

examples

zu sich bescheiden

ontbieden

zu sich bescheiden
sich bescheiden

zich tevredenstellen, genoegen nemen

sich bescheiden
es ist mir (nicht) beschieden

het is mij (niet) gegund

es ist mir (nicht) beschieden

„bescheiden“: Adjektiv

bescheiden

Adjektiv | bijvoeglijk naamwoord adj

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

bescheiden
bescheiden

bescheiden

Context sentences for "bescheiden"

(jemanden) abschlägig bescheiden

(iemand) weigeren

(jemanden) abschlägig bescheiden

etwas | ietsetwas abschlägig bescheiden

afwijzend op iets beschikken

etwas | ietsetwas abschlägig bescheiden

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Thank you for your feedback!