„ausflippen“ ausflippen <Hilfsverb sein | hulpwerkwoord seins.> umgangssprachlich | omgangstaalumg Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) de realiteit ontvluchten, over z’n toeren raken uit zijn bol gaan de realiteit ontvluchten ausflippen ausflippen over z’n toeren raken ausflippen durchdrehen ausflippen durchdrehen uit zijn bol gaan ausflippen vor Freude ausflippen vor Freude