„wc“: zelfstandig naamwoord wc [veːˈseː]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-’s> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) WC, Toilette, Klosett WConzijdig | Neutrum, sächlich n wc Toilettevrouwelijk | Femininum, weiblich f wc Klosettonzijdig | Neutrum, sächlich n wc wc examples naar de wc gaan auf die Toilette gehen naar de wc gaan