„vlam“: zelfstandig naamwoord vlamzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-men> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Flamme, Schwarm, Maserung Flammevrouwelijk | Femininum, weiblich f vlam vlam Schwarmmannelijk | Maskulinum, männlich m Personook | auch a. vlam omgangstaal | umgangssprachlichumg vlam omgangstaal | umgangssprachlichumg Maser(ung)vrouwelijk | Femininum, weiblich f in Holz vlam vlam examples vlammenmeervoud | Plural pl schieten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig Feueronzijdig | Neutrum, sächlich n sprühen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig vlammenmeervoud | Plural pl schieten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig vlam vatten in Brand geraten vlam vatten vlam vatten ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig Feuer fangenook | auch a. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig vlam vatten ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig de vlam sloeg in de pan figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig da ging die Hölle los figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig de vlam sloeg in de pan figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig hide examplesshow examples
