„tuffen“: werkwoord tuffen [ˈtɵf-]werkwoord | Verb v <ook | aucha.zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) tuckern, spucken tuckern tuffen tuffen spucken tuffen omgangstaal | umgangssprachlichumg tuffen omgangstaal | umgangssprachlichumg examples ergens met de auto heen tuffen mit dem Auto irgendwo hin tuckern ergens met de auto heen tuffen