„sprake“: zelfstandig naamwoord sprakezelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Rede Redevrouwelijk | Femininum, weiblich f sprake sprake examples ter sprake (brengen, komen) zur Sprache (bringen, kommen) ter sprake (brengen, komen) er is sprake van es ist die Rede von (datief, 3e naamval | Dativdat) er is sprake van daar kan geen sprake van zijn davon kann keine Rede sein daar kan geen sprake van zijn geen sprake van! omgangstaal | umgangssprachlichumg kommt nicht infrage!, von wegen! omgangstaal | umgangssprachlichumg geen sprake van! omgangstaal | umgangssprachlichumg hide examplesshow examples