opkijken
[ˈ-kɛĭk-]werkwoord | Verb vOverview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
- aufsehen, aufblicken, aufschauenopkijkenopkijken
examples
- vreemd ( raar) opkijken (van)große Augenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl machen (beidatief, 3e naamval | Dativ dat)sich wundern (überaccusatief, 4e naamval | Akkusativ akk)vreemd ( raar) opkijken (van)
- opkijken naar ( tegen) iemand figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfigaufsehen ( aufschauen) zu jemandem figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfigopkijken naar ( tegen) iemand figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
- opkijken tegen ietssich scheuen vor einer Sache,iets | etwas etwas scheuen, vor einer Sache zurückschreckenopkijken tegen iets
hide examplesshow examples
