„naast“: voorzetsel naastvoorzetsel | Präposition, Verhältniswort präp Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) neben neben (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk,datief, 3e naamval | Dativ dat) naast naast examples naast schieten danebenschießen naast schieten „naast“: bijvoeglijk naamwoord naastbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) nächst, nahe nächst, naheook | auch a. Verwandte naast naast examples ten naaste bij nahezu, annähernd ten naaste bij