machtig
bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adjOverview of all translations
(For more details, click/tap on the translation)
examples
- iets machtig zijneiner Sache (genitief, 2e naamval | Genitivgen) mächtig sein,iets | etwas etwas beherrschen
- het werd hem te machtig figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfiges überwältigte ihn figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig