„hurken“: werkwoord hurken [ˈhɵrk-]werkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) hocken, kauern hocken, (sich) kauern hurken hurken examples op zijn hurken zitten, gehurkt zitten hocken, in der Hocke sitzen op zijn hurken zitten, gehurkt zitten