„geluk“: onzijdig geluk [-ˈlɵk]onzijdig | Neutrum, sächlich n Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Glück Glückonzijdig | Neutrum, sächlich n geluk geluk examples zijn geluk beproeven sein Glück (of | oderod Heil) versuchen zijn geluk beproeven op goed geluk auf gut Glück, aufs Geratewohl op goed geluk hij mag van geluk spreken er kann von Glück sagen hij mag van geluk spreken