„eentje“ eentje Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) eins) ein(e, -er, -(e)s) eentje eentje examples in zijn (dooie) eentje omgangstaal | umgangssprachlichumg ganz allein omgangstaal | umgangssprachlichumg in zijn (dooie) eentje omgangstaal | umgangssprachlichumg je bent me er eentje! du bist mir einer! je bent me er eentje! er eentje pakken (of | oderod nemen) omgangstaal | umgangssprachlichumg einen heben omgangstaal | umgangssprachlichumg er eentje pakken (of | oderod nemen) omgangstaal | umgangssprachlichumg er eentje te veel ophebben omgangstaal | umgangssprachlichumg einen sitzen haben omgangstaal | umgangssprachlichumg er eentje te veel ophebben omgangstaal | umgangssprachlichumg hide examplesshow examples