„breien“: werkwoord breien [ˈbrɛĭə(n)]werkwoord | Verb v Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) stricken stricken breien breien examples gebreid goedonzijdig | Neutrum, sächlich n Strickwarenvrouwelijk meervoud | Femininum Plural fpl gebreid goedonzijdig | Neutrum, sächlich n met de hand gebreid handgestrickt met de hand gebreid