„bezorgd“: bijvoeglijk naamwoord bezorgdbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) besorgt, bekümmert, sorgenvoll besorgt, bekümmert, sorgenvoll bezorgd bezorgd examples bezorgd zijn (omof | oder od voor) sich sorgen (umaccusatief, 4e naamval | Akkusativ akk) sich Sorgenmeervoud | Plural pl machen (umaccusatief, 4e naamval | Akkusativ akk) bezorgd zijn (omof | oder od voor) bezorgd maken Sorgenmeervoud | Plural pl machen (datief, 3e naamval | Dativdat) bekümmern bezorgd maken