„baas“: mannelijk baasmannelijk | Maskulinum, männlich m Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Meister, Boss, Herr, Chef Meistermannelijk | Maskulinum, männlich m bazen baas baas Bossmannelijk | Maskulinum, männlich m baas Herrmannelijk | Maskulinum, männlich m baas Chefmannelijk | Maskulinum, männlich m baas baas examples baas jeder findet seinen Meister baas de baas over iemand spelen jemanden bevormunden de baas over iemand spelen iets de baas worden iets | etwasetwas meistern iets | etwasetwas besiegen iets de baas worden iemand de baas zijn (in) jemandem überlegen sein (andatief, 3e naamval | Dativ dat) iemand de baas zijn (in) (zijn) eigen baas zijn sein eigener Herr sein (zijn) eigen baas zijn hide examplesshow examples