„verabreden“ verabreden <verabreden> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) afspreken afspreken verabreden verabreden examples sich verabreden mit (Dativ | datief, 3e naamvaldat) afspreken met, een afspraak maken met sich verabreden mit (Dativ | datief, 3e naamvaldat) verabredet sein Person een afspraak hebben verabredet sein Person