„rechnen“ rechnen Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) rekenen rekenen (aufAkkusativ | accusatief, 4e naamval akk op) rechnen rechnen examples rechnen mit (Dativ | datief, 3e naamvaldat) rekenen op, rekening houden met rechnen mit (Dativ | datief, 3e naamvaldat)