„auskleiden“ auskleiden Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) bekleden met zich uitkleden examples mit (Dativ | datief, 3e naamvaldat) etwas | ietsetwas bekleden (met) mit (Dativ | datief, 3e naamvaldat) etwas | ietsetwas (sich) auskleiden (zich) uitkleden (sich) auskleiden