„tering“: zelfstandig naamwoord tering [ˈteːrɪŋ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Schwindsucht, Verbrauch, Verzehr Schwindsuchtvrouwelijk | Femininum, weiblich f tering tering Verbrauchmannelijk | Maskulinum, männlich m tering Verzehrmannelijk | Maskulinum, männlich m tering tering examples vliegende tering galoppierende Schwindsucht vliegende tering de tering naar de nering zetten sich nach der Decke strecken de tering naar de nering zetten