„skiën“: intransitief/onovergankelijk werkwoord skiën [ˈskiˑ(j)ə(n)]intransitief/onovergankelijk werkwoord | intransitives Verb v/i <ook | aucha.zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Ski laufen Ski laufen (of | oderod fahren) skiën skiën „skiën“: onzijdig skiën [ˈskiˑ(j)ə(n)]onzijdig | Neutrum, sächlich n Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Skilaufen Skilaufenonzijdig | Neutrum, sächlich n skiën skiën