„reizen“: werkwoord reizen [ˈrɛĭzə(n)]werkwoord | Verb v <ook | aucha.zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) reisen reisen reizen reizen examples per trein (of | oderod spoor) reizen mit der Bahn fahren (of | oderod reisen) per trein (of | oderod spoor) reizen te voet reizen wandern te voet reizen