Dutch-German translation for "pot"

"pot" German translation

„pot“: zelfstandig naamwoord

pot

[pɔt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-ten>

Overview of all translations

(For more details, click/tap on the translation)

Topf, Kanne, Glas, Dose, Krug, Schoppen, Einsatz, Lesbe Kasse

Topfmannelijk | Maskulinum, männlich m
pot

pot
Kannevrouwelijk | Femininum, weiblich f
pot

pot
Glasonzijdig | Neutrum, sächlich n
pot

pot
Dosevrouwelijk | Femininum, weiblich f
pot

pot
Krugmannelijk | Maskulinum, männlich m
pot

pot
Schoppenmannelijk | Maskulinum, männlich m
pot

pot
Einsatzmannelijk | Maskulinum, männlich m
pot

Kassevrouwelijk | Femininum, weiblich f Spiel
pot

pot
Lesbevrouwelijk | Femininum, weiblich f
pot pejoratief, kleinerend | pejorativ, abwertendpej

pot pejoratief, kleinerend | pejorativ, abwertendpej

examples

potten en pannenmeervoud | Plural pl

Kochgeschirronzijdig | Neutrum, sächlich n

potten en pannenmeervoud | Plural pl
het is één pot nat omgangstaal | umgangssprachlichumg

das läuft auf eins hinaus omgangstaal | umgangssprachlichumg

het is één pot nat omgangstaal | umgangssprachlichumg
het is één pot nat

die stecken alle unter einer Decke

het is één pot nat
je kunt me de pot op! populair | populär, salopppop

du kannst mich mal! populair | populär, salopppop

je kunt me de pot op! populair | populär, salopppop

hide examplesshow examples

Context sentences for "pot"

eten wat de pot schaft

essen, was auf den Tisch kommt

eten wat de pot schaft

de hond in de pot vinden

zu spät zum Essen kommen

de hond in de pot vinden

dagelijkse pot

Hausmannskostvrouwelijk | Femininum, weiblich f

dagelijkse pot

Tell us what you think!

Do you like the Langenscheidt online dictionary?

Many thanks for your review!

Thank you for your feedback!