„positie“: zelfstandig naamwoord positie [-ˈziˑ(t)siˑ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-s> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Position, Stelle, Stellung, Lage Positionvrouwelijk | Femininum, weiblich f positie Stellungvrouwelijk | Femininum, weiblich f positie Lagevrouwelijk | Femininum, weiblich f positie positie Stellevrouwelijk | Femininum, weiblich f Amt positie positie examples positie kiezen Partei ergreifen Stellung nehmen positie kiezen in een gunstige positie verkeren sich in einer günstigen Lage befinden in een gunstige positie verkeren in positie zijn vooral | besondersbesonders Vlaams | flämischfläm in anderen (of | oderod gesegneten) Umständen sein in positie zijn vooral | besondersbesonders Vlaams | flämischfläm