„plak“: zelfstandig naamwoord plak [plɑk]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-ken> Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Scheibe, Tafel, Medaille, Schnitte Scheibevrouwelijk | Femininum, weiblich f plak Schnittevrouwelijk | Femininum, weiblich f plak plak Tafelvrouwelijk | Femininum, weiblich f Schokolade plak plak Medaillevrouwelijk | Femininum, weiblich f plak sport | SportSPORT omgangstaal | umgangssprachlichumg plak sport | SportSPORT omgangstaal | umgangssprachlichumg examples onder de plak zitten omgangstaal | umgangssprachlichumg unterm Pantoffel stehen omgangstaal | umgangssprachlichumg onder de plak zitten omgangstaal | umgangssprachlichumg