„leg“: zelfstandig naamwoord leg [lɛx]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Legen, Legezeit Legenonzijdig | Neutrum, sächlich n leg leg Legezeitvrouwelijk | Femininum, weiblich f leg leg examples aan de leg zijn legen aan de leg zijn