„honing“: zelfstandig naamwoord honingzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Overview of all translations (For more details, click/tap on the translation) Honig Honigmannelijk | Maskulinum, männlich m honing honing examples iemand honing om de mond smeren figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig ook | aucha. jemandem um den Bart gehen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig iemand honing om de mond smeren figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig (zo) zoet als honing ook | aucha. honigsüß (zo) zoet als honing